De diagnose

Een tijdige diagnose bij dementie is belangrijk. De klachten kunnen immers veroorzaakt worden door een ziekte die wél behandelbaar is. Maar ook als iemand beginnende dementie heeft, is het goed om dat zo snel mogelijk te weten zodat je zorg en medicatie kunt aanpassen. Die diagnose begint met een anamnese (vraaggesprek met de persoon zelf) en een heteroanamnese (vraaggesprek met een naaste). Dan volgt een lichamelijk, een psychiatrisch en een neurologisch onderzoek met aandacht voor stoornissen in cognitieve functies, stemming of gedrag. De diagnose kan gesteld worden door de huisarts, maar ook door een specialist ouderengeneeskunde, een psycholoog, een geriater of een neuroloog, bij voorkeur in de eigen omgeving van de persoon met dementie en zijn naasten.