Diagnosefase

Een diagnose stellen bij dementie is belangrijk, omdat dit duidelijkheid geeft voor de persoon met dementie, naasten of mantelzorgers. Waar bestaat zo’n diagnose uit? Hoe doe je dat goed? Wie moet de diagnose uitvoeren? En waar kun je goede aanvullende informatie vinden? DvE geeft antwoord op deze vragen. Ga direct naar:

Tijdig diagnosticeren

Tijdig diagnosticeren is belangrijk omdat het mensen de ruimte geeft om met dementie te leren omgaan, eventueel met lotgenoten hierover in gesprek te gaan en om tijdig beslissingen te nemen. Bovendien kun je als zorgprofessional zo snel zorg en medicatie aanpassen. Tot slot zou het ook kunnen dat de klachten worden veroorzaakt door een ziekte die wél behandelbaar is. Ook dan is het natuurlijk belangrijk om er snel bij te zijn.

Meer lezen

Voor wie?

Uiteraard kan alleen met diagnostiek worden begonnen als mensen hiervoor openstaan. Het gaat hierbij om mensen met:

  • Een hulpvraag over geheugen-, gedrags-, communicatieproblemen of gerelateerde cognitieve problemen.
  • Andere klachten die mogelijk verband houden met dementie.

Ook kunnen er signalen uit de omgeving komen die duiden op mogelijke dementie. Naasten of andere hulpverleners kunnen vermoedens uiten. Een ander signaal is dat mantelzorgers de zorg voor een persoon met dementie eigenlijk niet meer aankunnen. Dit uit zich dan bijvoorbeeld in overbelasting, onkunde, onmacht, verwaarlozing of lichamelijke of psychische mishandeling.

Door wie?

1. Ziektediagnose

De ziektediagnose kan gesteld worden door de huisarts, een specialist ouderengeneeskunde, psycholoog, geriater of neuroloog. Bij voorkeur gaat het om een professional in de eigen omgeving van de persoon met dementie en zijn naasten. De huisarts is vaak degene die de diagnostiek opstart. Hij speelt immers een belangrijke rol in het signaleren van tekenen van dementie bij patiënten. De ziektediagnose bestaat uit een vraaggesprek met de persoon zelf en een gesprek met de naaste.

Voer jij de ziektediagnose uit? De volgende stappen en hulpmiddelen kunnen je hierbij helpen:

  1. Bespreek het doel van de ziektediagnose. Neem de voor- en nadelen van de diagnostiek samen met de patiënt en de naasten door en laat hem dan beslissen of hij diagnostiek wil en op wat voor manier. Lees meer over de voor- en nadelen van diagnostische testen op alzheimercentrum.nl
  2. Heeft de patiënt een beslissing gemaakt? Dan kun je praktische informatie over het diagnoseproces geven en hoe de onderzoeksresultaten inzicht in de diagnose gaan geven. Ook helpt het om het verloop van de ziekte en de klachten te bespreken. Na de diagnose kun je de patiënt eventueel brochures aanreiken over het omgaan met dementie. Bekijk alle brochures op de website van Alzheimer Nederland. Vergeet niet om aandacht te hebben voor de gevolgen van het rijbewijs.
  3. Voor het uitvoeren van de diagnose, kun je gebruik maken van:
    Richtlijnen diagnostiek van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
    Meetinstrumenten bij de NHG-Standaard Dementie
  4. Merk je dat er weerstand en onbegrip tijdens de diagnosefase ontstaat? Bijvoorbeeld bij de persoon met dementie of diens naaste? Als je weerstand merkt, kunnen de tips van het artikel ‘Omgaan met weerstand’ op Kennisplein Zorg voor Beter je helpen om goed in gesprek te blijven. Daarnaast kun je te maken krijgen met ontkenning van de patiënt en daaruit voortkomende hulpweigering. Het artikel ‘omgaan met hulpweigering’ van Alzheimer Nederland geeft hiervoor handige tips.
  5. Blijkt er sprake van milde cognitieve stoornissen? Dan kun je eventueel ADappt inzetten als de patiënt dat wil. Dit is een rekentool die een schatting geeft van de kans dat zo’n patiënt Alzheimer-dementie ontwikkelt. Ook hierbij helpt het om eerst samen met de patiënt de voor- en nadelen van het weten van zo’n kans te bespreken. Bekijk de tool ADappt op alzheimercentrum.nl

2. Sociale diagnose

Naast de ziektediagnose is het ook belangrijk om een sociale diagnose te stellen. De casemanager start dit diagnostisch proces, naast de eventuele indicatiestelling. Hij controleert of de persoon met dementie en de mantelzorger de diagnose en gevolgen goed hebben begrepen en verduidelijkt waar mogelijk. Ook coördineert hij de inzet van eventuele betrokken specialisten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een psycholoog, logopedist en ergotherapeut.

Voer jij de sociale diagnose uit? De volgende stappen en hulpmiddelen kunnen je hierbij helpen:

veerkracht vergroten
Infographic Veerkracht vergroten
  1. Zorg voor goede afstemming met zorgprofessionals in de eerste, tweede en derde lijn. Maak gelijk ook samenwerkingsafspraken over het traject, het vangnet van signalering en de toeleiding naar diagnostiek en behandeling. Lees op Kennisplein Zorg voor Beter deze 10 tips om goed samen te werken of bekijk de tools voor samenwerking. Voor een goede, integrale samenwerking helpen deze 10 vragen op de website van Movisie.
  2. Je kunt samen met de persoon en de mantelzorger tot doelen komen, hierbij kunnen hulpmiddelen voor ‘samen beslissen’ ondersteunend zijn bij het gesprek.
  3. Samen met de persoon met dementie en diens naasten kan het goed werken om de gevolgen van de ziekte op het dagelijks leven in kaart te brengen. Tip: betrek daarbij iemand uit de directe omgeving die een ondersteunende rol kan spelen. Bekijk ook de artikelen en tools:
    Ondersteuning na de diagnose dementie van het Trimbos-instituut. In dit artikel vind je meer informatie en een link naar de training ‘Samen verder na de diagnose dementie’ voor GZ-psychologen.
    Infographic Veerkracht vergroten (pdf ) Deze infographic geeft inzicht in het concept veerkracht en biedt praktische tips hoe je gebruik kunt maken van veerkracht in het contact met de persoon met dementie en zijn naasten.
    Tool voor positieve gezondheid van het Institute for Positive Health (IPH). Door je te richten op gebieden die voor de persoon met dementie van belang zijn, kan diens positieve gezondheid vergroot worden. Lees meer over positieve gezondheid op Zorg voor Beter

Meer lezen

Leerzame voorbeelden voor betere samenwerking

Stroomschema west-achterhoek

Kennisnetwerk Kwetsbare Ouderen West-Achterhoek maakte een overzichtelijk stroomschema, met alle mogelijke hulp en ondersteuning in de regio West-Achterhoek en de route die patiënten en hun zorgverleners afleggen van signalering tot diagnostiek en ondersteuning.

Tijdige diagnose in Bunschoten-Spakenburg

In Bunschoten-Spakenburg werkt de praktijkondersteuner ouderen intensief samen met wijkverpleegkundigen en sociaal werkers. Dit zorgt ervoor dat er bij ouderen tijdig een diagnose gesteld kan worden. Bekijk de video De kracht van samenwerking:

Multidisciplinaire samenwerking in het Diagnose Expertise Centrum Limburg

In Limburg werkt dementienetwerk ‘Hulp bij Dementie’ samen het Diagnose Expertise Centrum (DEC). De trajectbegeleider van ‘Hulp bij dementie’ is een belangrijke schakel in de multidisciplinaire samenwerking. Bij het geven van informatie, advies en begeleiding benut de trajectbegeleider de gezamenlijke expertise. Voor complexere situaties of vragen werkt de trajectbegeleider nauw samen met de professionals van het Diagnose Expertise Centrum (DEC). Lees meer in de brochure Multidisciplinaire samenwerking in het Diagnose Expertise Centrum (pdf)

Specifieke doelgroepen

1. Mensen met dementie op jonge leeftijd

Dementie op jonge leeftijd uit zich anders dan op oudere leeftijd. De psychosociale en sociaal-maatschappelijke gevolgen zijn bij deze groep extra groot bij misdiagnose of vertraagde diagnose. Een goede, tijdige diagnose is dan ook extra belangrijk. Bovendien is voor jonge mensen met dementie vaak specifiek casemanagement nodig. Dit omdat zij op zoek moeten naar nieuwe antwoorden en oplossingen voor werk, financiën, opvoeding, relatie en zingeving.

Materialen

2. Mensen met een verstandelijke beperking

Het stellen van de diagnose dementie bij mensen met een verstandelijke beperking is niet eenvoudig en vraagt daarom om extra waakzaamheid. Het gaat immers om mensen die functioneren op beperkt verstandelijk niveau. Bij mensen met een verstandelijke beperking komt dementie bovendien vaker voor.

Materialen

Dementie bij mensen met een verstandelijke handicap

3. Mensen met een migratieachtergrond

Bij mensen met een migratieachtergrond en hun naasten kost het vaak extra tijd om een vertrouwensband op te bouwen. Dit door mogelijke taalbarrières of culturele verschillen die van invloed op de diagnose kunnen zijn.

Materialen

4. Vrijwilligers en mantelzorgers

Voer je een sociale diagnose uit? Heb dan ook aandacht voor de draaglast en draagkracht van betrokken mantelzorgers. Het is belangrijk dat zij hun activiteiten en mantelzorg kunnen continueren. Voorkom dat zij onoverkomelijke fysieke, psychosociale of financiële problemen ondervinden door hun inzet voor de persoon met dementie.

Materialen

  • Naasten die dementie bij hun dierbare vermoeden, kun je wijzen op de pagina’s diagnose op dementie.nl en Omgaan met dementie als naaste op alzheimer-nederland.nl. Hier krijgen ze informatie, tips, kennis, handvatten en steun om voor zichzelf en hun dierbare te zorgen.
  • Tips voor professionals om mantelzorgers te ondersteunen: Aandacht voor mantelzorgers bij dementie op Kennisplein Zorg voor Beter.