Pilot ‘Vroegtijdig in gesprek over het levenseinde’ in Zeist werpt vruchten af

Ouderen die meer nadenken over het levenseinde. Mensen met dementie die meer spreken over hun levensvragen. En professionals die zich meer bewust zijn van hun rol hierin, vaker met inwoners in gesprek gaan en beter samenwerken. Dat zijn enkele van de resultaten van een pilot in Zeist om ouderen, mensen met (beginnende) dementie, hun naasten én zorgverleners toe te rusten gesprekken te voeren over levenswensen.

Proactieve benadering

‘Het is wenselijk dat ouderen op tijd nadenken over levenswensen en het levenseinde’, vertelt projectleider Margriet Wanders. ‘Wij kregen signalen uit verpleeghuizen dat van nieuwe bewoners met dementie dikwijls geen informatie bekend was over hun wensen en voorkeuren, terwijl iedereen daar natuurlijk rekening mee wil houden. Niet voor niets hechten de nieuwe Zorgstandaard Dementie en het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg veel belang aan een proactieve benadering bij dementie.’

Casemanager: ‘Het gaat vaak meer om bewustwording dan dat je meteen hele concrete plannen maakt. Het is belangrijk dat mensen zich realiseren: nu kan ik er nog over meedenken en over meebeslissen. Mensen moeten een eigen stem kunnen hebben, aan kunnen geven wat ze wel en niet willen, wat hun idee is bij de toekomst. Het gaat om behandelwensen, maar ook om zingeving. Wat is belangrijk voor mij? Waar word ik blij van? Zodat ze tot het einde kwaliteit van leven en zingeving ervaren.’ 

Dromen uitwisselen

En dus gingen ze in Zeist aan de slag. Na twee bijeenkomsten met onder meer vertegenwoordigers uit de zorg, ouderen zelf en mensen met dementie lag er een projectplan. Margriet Wanders: ‘We hebben het vraagstuk verkend, knelpunten vastgesteld en dromen uitgewisseld over de ideale situatie. In de tweede bijeenkomst hebben we gekeken naar oplossingen en naar wat er landelijk al was ontwikkeld aan methodieken en instrumenten.’

Drie programmalijnen

Dat leidde tot drie programmalijnen.

  • De eerste was bewustwording: bevorderen dat ouderen een gesprek aangaan over hun wensen voor de laatste levensfase met de huisarts en andere hulpverleners. Onder meer met een bijeenkomst, een filmvertoning en een presentatie in het Alzheimercafé werden bijna 200 inwoners bereikt.
  • De tweede programmalijn was deskundigheidsbevordering van professionals en hen bewust maken van het belang van proactieve zorgplanning voor cliënten met beginnende dementie. Zij volgden een training en kregen hulpmiddelen aangereikt om ‘het goede gesprek’ te voeren.
  • De derde programmalijn was samenwerking. Mede door het gebruik van een samenwerkingsapp werd het contact tussen cliënt, naasten, huisartsenzorg, casemanagement dementie en wijkverpleging nauwer. Ruim 60% van de professionals gaf aan na de pilot beter te zijn gaan samenwerken.
POH ouderen: ‘Ik heb niet meer het gevoel dat ik het alleen doe, maar dat ik het samen doe. Het levert betere patiëntenzorg op.’ 

Zelf de regie houden

De gesprekken zijn in Zeist op gang gekomen, constateert Margriet Wanders. ‘We hebben heel veel positieve reacties gekregen. Er wordt in families meer gesproken en van gedachten gewisseld over wensen, de begeleiding van mensen met dementie is verbeterd, professionals zijn zich bewuster van hun rol en werken beter samen en ouderen voelen zich gekend en gehoord. Men ziet het belang in van tijdige aandacht voor leven en sterven met dementie. Het is zoals iemand met dementie zelf mooi verwoordde: je wilt zélf beslissen over jouw leven en het einde daarvan en niet iemand die er op dat moment toevallig bij is, zelf de regie houden.’

De pilot is gedeeltelijk bekostigd door Zilveren Kruis en uitgevoerd door het Netwerk Dementie Zeist, Netwerk Palliatieve Zorg Zuidoost-Utrecht, Raedelijn en Dementiezorg voor Elkaar