Verslag themabijeenkomst Casemanagement in de dementiezorg
Toewerken naar minder casemanagement modellen en meer duidelijkheid.
Op 3 oktober vond het vervolg plaats op de bijeenkomst van 28 juni ‘Generalistisch of specialistisch casemanagement in de dementiezorg?’. Doel van deze reeks bijeenkomsten is te komen tot een selectief aantal casemanagement modellen. Het scoren van modellen vanuit cliëntenperspectief bleek de belangrijkste graadmeter, zo stelde het kernteam casemanagement met brede vertegenwoordiging vanuit de sector vast. Modellen die hier het meest op aansloten zijn aan de deelnemers voorgelegd. Via een live stemkastje konden aanwezigen deze voorgeselecteerde modellen beoordelen op uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en randvoorwaarden.
Vier basismodellen
Uit onderzoek bij ketens blijkt dat er vier basismodellen ingezet worden, die in totaal 14 verschillende sub-varianten kennen. Dementieketens werken vaak met meerdere modellen en varianten, gemiddeld zo’n vijf tot zeven.
In vogelvlucht zijn de vier basismodellen toegelicht.
- ‘All the way’, continuïteit in één persoon (36% van de ketens)
- ‘Stapelmodel’, samen als het complex wordt (23% van de ketens)
- ‘Overdracht’, de volgende als het complex wordt (24% van de ketens)
- ‘Triage’, grootste expertise tijdens start (wel/niet pluis) (16% van de ketens)
Deze basismodellen zijn bij de eerdere bijeenkomst van 28 juni uitgebreid aan de orde gekomen. Raadpleeg het verslag van 28 juni voor meer informatie en de onderliggende presentaties.
Waarom naar minder modellen?
Ketenregisseurs en casemanagers hebben de wens en intentie uitgesproken om het aantal modellen en varianten terug te brengen. De wildgroei aan modellen en varianten is niet (meer) uit te leggen aan cliënten en hun mantelzorgers. Ook verwijzers en zorgverzekeraars zien door de bomen het bos niet meer. Uiteindelijk komt dit de dementiezorg – en dus de mensen met dementie – niet ten goede.
Scoren van modellen vanuit cliëntperspectief, zes hoofdpunten
Uit een aantal onderzoeken (o.a. Dementiemonitor Mantelzorg, 2016, Zachte factoren van samenwerking, 2015; Landelijke evaluatie casemanagement dementie, 2012; Nationaal Dementieprogramma, 2008) is naar voren wat mensen met dementie en hun naasten belangrijk vinden rondom casemanagement. We delen de 6 hoofdpunten:
- Gespecialiseerd in dementiezorg
- Eén vast duidelijk en laagdrempelig aanspreekpunt
- Goede samenwerking/afstemming tussen professionals
- Onafhankelijke blik/positie
- Voldoende beschikbaar/bereikbaarheid
- Duidelijkheid over waar de regie ligt
Punt 3 tot en met 6 zijn randvoorwaarden voor goed casemanagement. De randvoorwaarden voor goed casemanagement verschillen op sommige punten vanuit de andere drie perspectieven.
Maatschappelijk perspectief: Doelmatigheid: licht waar kan, zwaar waar nodig.
Perspectief zorgverzekeraar: Regionale inbedding, intercollegiale toetsing, positieve, meetbare resultaten.
Perspectief huisarts: Bereikbaarheid casemanager, vaste casemanager als aanspreekpunt en rolduidelijkheid casemanager.
Voorselectie modellen:
Vijf van de veertien modellen voldoen het meeste aan de criteria: gespecialiseerd in dementiezorg en één vast duidelijk en laagdrempelig aanspreekpunt.
- Model 1a: all the way, casemanager dementie
- Model 1b: all the way, dedicated casemanager
- Model 1c: all the way, wijkverpleegkundige met specialisatie dementie
- Model 4a: casemanager doet intake en zorgplan, daarna andere professional
- Model 4b: als 4a, uitgebreid met financiering uit WMOdomein
Live stemmen – cliëntperspectief
De 23 deelnemers (voornamelijk netwerkcoördinatoren, casemanagers en beleidsmedewerkers) konden tijdens de bijeenkomst direct hun stem en mening uitbrengen.
Op de vraag ‘Welk van de voorgeselecteerde casemanagementmodellen heeft, vanuit cliëntperspectief bezien, uw voorkeur?’, werd als volgt gescoord:
- 56,5 % > Model 1a: all the way, casemanager dementie
- 30,4 % > Model 1b: all the way, dedicated casemanager
- 8,7 % > Model 1c: all the way, wijkverpleegkundige met specialisatie dementie
Live stemmen – uitvoerbaarheid casemanagement
‘Hoe scoren de voorgeselecteerde modellen op uitvoerbaarheid?’ Uitvoerbaarheid toetsen we aan de hand criteria geformuleerd vanuit perspectief maatschappij en zorgverzekeraar:
- Beschikbaarheid arbeidskrachten
- Betaalbaarheid
- Scherpe criteria voor uitvoerder van casemanagement
Vraag 1: ‘Welk model is volgens u het beste uitvoerbaar gezien de beschikbaarheid van arbeidskrachten?’
- 38,9 % Model 1a: all the way, casemanager dementie
- 38,9 % Model 1b: all the way, dedicated casemanager
- 16,7 % Model 4a: casemanager doet intake en zorgplan, daarna andere professional
- 5,6 % Model 4b: als 4a, uitgebreid met financiering uit WMOdomein
Vraag 2: ‘Welk model is volgens u het beste betaalbaar?’
- 29,4 % Model 1a: all the way, casemanager dementie
- 5,9 % Model 1b: all the way, dedicated casemanager
- 11,8 % Model 1c: all the way, wijkverpleegkundige met specialisatie dementie
- 11,8 % Model 4a: casemanager doet intake en zorgplan, daarna andere professional
- 41,2 % Model 4b: als 4a, uitgebreid met financiering uit WMOdomein
Vraag 3: ‘Welk model heeft volgens u de meest scherpe criteria over de uitvoerder van casemanagement?’
- 81,8 % Model 1a: all the way, casemanager dementie
- 13,6 % Model 1b: all the way, dedicated casemanager
- 9,1 % Model 1c: all the way, wijkverpleegkundige met specialisatie dementie
De kerngroep gaat met de informatie uit de verschillende onderzoeken en de waarderingen uit deze bijeenkomst verder aan de slag. Houdt u de agenda in de gaten voor de laatste en afsluitende bijeenkomst rondom dit thema. Tijdens die bijeenkomst wordt de shortlist gepresenteerd alsmede een plan van aanpak om deze shortlist te doen landen in de praktijk.
Lees verder
- Verslag bijeenkomst 28 juni
- Advies of ondersteuning met betrekking tot deze modellen? Of heb je andere knelpunten? Vraag ondersteuning aan.