Ondersteuningsvragen helpen samenwerkende professionals verder

Samenwerkende professionals in de dementiezorg hebben met elkaar gemeen dat ze cliënten en (hun) mantelzorgers op zoveel mogelijk terreinen optimaal willen helpen. In het streven om samen met deze professionals de praktijk te verbeteren, geven adviseurs namens het programma ‘Dementiezorg voor Elkaar’ antwoord op ondersteuningsvragen die ‘het veld’ zélf inbrengt. We vroegen projectleider Monique Spierenburg naar het hoe, wat en waarom achter deze opzet.

Hoe bied je effectieve ondersteuning bij onbegrepen gedrag? Hoe start je een kennispunt op voor jonge mensen met dementie? En: hoe geef je huiskamervoorlichting aan migrantenouderen met dementie? Het zijn zomaar drie van de in totaal 144 vragen die tot december 2018 binnen zijn gekomen bij Dementiezorg voor Elkaar (DvE).

Een recent verschenen analyse van 81 vragen (oktober 2017 – september 2018) laat zien dat 38 vragen telefonisch zijn afgehandeld, 19 vragen zijn afgewezen en 24 vragen ‘implementatievragen’ zijn. De helft (12) van de ‘implementatievragers’ had binnen één dag contact met de vragenmakelaar, in 15 gevallen was binnen 14 dagen een DvE-adviseur van Movisie, het Trimbos-instituut, Pharos en Vilans of een externe adviseur toegewezen. Nogal wat professionals (15) probeerden eerst zelf om een oplossing te vinden. Alle adviestrajecten waren binnen 9 maanden (of sneller) afgerond.   

Ondersteuningsvragen met urgentie

Monique Spierenburg adviseur Vilans
Monique Spierenburg

De keuze om met ondersteuningsvragen te werken en bijvoorbeeld niet met een ‘Frequently Asked Questions’-overzicht op de website, is een bewuste, vertelt projectleider Monique Spierenburg van Vilans. Zij is met Bernadette Willems van het Trimbos-instituut verantwoordelijk voor de DvE-ambitie ‘Samen de praktijk verbeteren’ en daarmee voor de inhoud en randvoorwaarden van de ondersteuningsvragenservice.

Monique: ‘In Nederland zijn we gewend om verbeterplannen door te voeren via subsidieprojecten. Je schrijft je in, doet een aanvraag, krijgt al dan geen potje geld en gaat aan de slag. Wij wilden als programma juist niet van bovenaf aangeven welke problemen er zijn en hoe professionals deze moeten aanvliegen. Ons idee is dat als men binnen een samenwerkingsverband zich bewust is van een probleem en vervolgens een vraag definieert, er ook écht urgentie en motivatie is om dingen te verbeteren. Dat vraagt letterlijk iets van het veld en leidt tot resultaten waarin mensen zich herkennen. Ook andere samenwerkende professionals zijn er dus mee geholpen.’

Sociale kaart dementie

‘Ons idee is dat als men zich bewust is van een probleem en vervolgens een ondersteuningsvraag definieert, er ook écht urgentie en motivatie is om dingen te verbeteren. ‘

Mooi voorbeeld volgens Spierenburg is de vraag die namens 18 gemeenten in Twente binnenkwam over het maken van een gezamenlijke sociale kaart voor mensen met dementie. ‘Onze adviseur maakt momenteel een ronde langs alle betrokkenen en brengt op basis van hun input in kaart wat zij vanuit de Wmo, Zvw en Wlz doen aan zorg en ondersteuning voor de doelgroep. Zo krijg je meer zicht op het aanbod, ook in de niet pluis fase. Verder wordt duidelijker wat er bijvoorbeeld kan op het gebied van dagbesteding en respijtzorg. Hierdoor kunnen gemeenten breder adviseren, maar weten ook casemanagers beter wat de mogelijkheden zijn. Het kennisproduct dat de 18 gemeenten uiteindelijk samen opleveren is hopelijk ook inspirerend voor andere plaatsen in het land. Dat is het mooie van deze vraag-gestuurde manier van werken.’

Dementienetwerk nieuw leven inblazen

Vragen komen niet alleen van professionals die samen in de opstart- of doorstartfase zitten. Ook ‘gearriveerde’ netwerken trekken soms aan de bel voor specifieke ondersteuning, vertelt Spierenburg. ‘Er zijn samenwerkingsverbanden die met een adviseur willen kijken hoe ze het netwerk nieuw leven in kunnen blazen, omdat het minder lekker loopt. Een overweging kan dan zijn om aan te sluiten bij een bredere regio. Andere optie is om samen te gaan werken met een palliatief netwerk, vanwege de overlap.’

‘Soms leiden ondersteuningsvragen tot onderzoek,’vervolgt Monique. ‘Bijvoorbeeld naar hoeveel dementienetwerken al in elkaar zijn opgegaan of deel uitmaken van een bredere samenwerking rondom kwetsbare ouderen. De resultaten helpen dan bij het nemen van een meer gefundeerde beslissing.’

Naar de verkenning dementienetwerk of netwerk kwetsbare ouderen?

Vragen van samenwerkingsverbanden

Dat niet alle vragen telefonisch of in samenwerking met de vragenstellers worden afgehandeld, blijkt uit de vragen die in de bak ‘afgewezen’ terecht komen. Spierenburg: ‘Dementiezorg lever je niet vanuit één organisatie. Er is altijd sprake van samenwerking tussen meerdere disciplines, ook omdat je te maken hebt met aanbieders vanuit de drie verschillende domeinen. Een organisatie met een vraag over deskundigheidsbevordering van zorgmedewerkers wijzen we bijvoorbeeld af. Daar kunnen ze hun eigen scholingsbudget voor gebruiken. Ook gaan we niet in op vragen van commerciële partijen die hun product willen promoten. Let wel: bij een niet passende vraag proberen we mensen altijd te verwijzen naar organisaties waar ze wél terecht kunnen.’

Robuuste vragen

Hulpmiddelen meerjarenplan dementie

Waar de ene vraag de andere vraag niet is, verschillen ook beoordelingen van elkaar. ‘Wij willen graag weten hoe robuust een vraag is,’ stelt Spierenburg. ‘Daarom kijken we of de vraag net is ontstaan of al langer speelt. Of de vraag van één persoon uit het netwerk komt of juist breed gedragen is. En of er al stappen zijn gezet of niet. Al deze factoren spelen mee in de afweging om het samenwerkingsverband voor thuiswonende mensen met dementie en hun naasten te ondersteunen. Dat kan een kort advies van ongeveer 20 uur zijn. Of juist een traject van 3 tot 9 maanden. Maar bijvoorbeeld ook een workshop waarmee we antwoorden geven om mensen op gang te helpen.

Ook brengen we mensen bij elkaar rondom bepaalde vraagstukken en problemen waarvan we weten dat ze voorzien in een groeiende behoefte aan informatie. Zo hebben we als reactie op de vele vragen over de opzet van meerjarenplannen verschillende kennissessies georganiseerd. Daarmee proberen we onderwerpen thematisch met groepen op te lossen en spelen we in op het relatief toch wat kleine aantal robuuste vragen die zijn binnengekomen.’

Bekijk de hulpmiddelen voor een meerjarenplan dementie

Van elkaar leren

‘Geleerde lessen verbinden we aan een product of dienst, zodat we van elkaar kunnen leren.’

Spierenburg is niet ontevreden over de oogst van het afgelopen jaar, al hoopt ze wel dat samenwerkingsverbanden van professionals zich over hun eventuele schroom voor het stellen van een vraag heen te zetten. ‘De tegenprestatie die wij van samenwerkende professionals verlangen nadat ze hun vraag hebben gesteld is dat ze het proces richting oplossing faciliteren en zich als samenwerkingsverband committeren aan een liefst overdraagbaar resultaat. Zodat we geleerde lessen kunnen verbinden aan een product of dienst. En misschien nog belangrijker: van elkaar kunnen leren.’

Voorbeelden van ondersteuningsvragen

Op de pagina ‘Ondersteuningsvragen’ staan actuele ondersteuningsvragen en de kennisproducten en praktijkvoorbeelden die helpen bij het inspelen op vragen op het gebied van bijvoorbeeld ‘jonge mensen met dementie’, ‘samenwerking’, ‘cultuursensitieve zorg’ en het ‘meerjarenplan’. Aan bod komen ook zorginhoudelijke ondersteuningsvragen. Je kunt hier ook zelf (gratis) ondersteuning aanvragen.