Ketencoördinator Wim Klein Nagelvoort: ‘Samenwerken = elkaar kennen’
Wat is er nodig voor een goede samenwerking in een keten of netwerk dementie? Ketencoördinator Wim Klein Nagelvoort vertelt in een interview met Lieke Lovink en Hans Alderliesten van Dementiezorg voor Elkaar over de samenwerking in Almere en Amsterdam. De sleutel? ‘Elkaar leren kennen en investeren in persoonlijke relaties’.

Wim Klein Nagelvoort
Wim Klein Nagelvoort is senior-adviseur bij Elaa, de ROS voor Amsterdam en Almere. Sinds 2006 is Wim verbonden aan ROSAlmere en vanaf februari 2015 ook aan 1eLijnAmsterdam, de fusiepartners van Elaa. Wim is tevens ketencoördinator dementie Almere.
Hoe is jouw dementieketen georganiseerd?
‘Er zijn twee gremia: een netwerk en een stuurgroep. Het netwerk bestaat uit professionals die werken met mensen met dementie en hun naasten. Denk aan huisarts, specialist ouderengeneeskunde, casemanager, welzijn, vrijwilligerscentrale, thuiszorg, CMO Flevoland. Ook zijn er vertegenwoordigers vanuit de ggz en het Flevoziekenhuis. Zij komen elkaar één keer per twee maanden tegen. De gemeente is ‘agenda lid’, evenals GGD-Flevoland: zij schuiven af en toe aan. De beleidsambtenaar heeft regelmatig overleg met vertegenwoordigers van het netwerk.’
Twee maandelijks overleg ketenpartners
‘We vragen ons voortdurend af: wat merkt de patiënt of mantelzorger van onze samenwerking?’
‘Meestal staat er een specifiek onderwerp op de agenda om te bespreken. Zo hebben we de vorige keer gesproken over het ‘Geheugensteuntje’. Dat is een overzicht van alle activiteiten en aanbod voor dementerende en hun mantelzorgers in Almere. Ook worden het jaarplan en het nieuwe meerjarenplan 2019-2022 besproken. We bespreken geen casuïstiek, dat gebeurt in de wijkteams. Wij hebben het wel in het algemeen over jonge mensen met dementie en over respijtzorg. En natuurlijk de voortgang van de diverse werkgroepen.
Bij elkaar over de vloer komen
Daarnaast is er ook een stuurgroep van managers en bestuurders van de verschillende organisaties. ‘In de stuurgroep worden overstijgende zaken geregeld, zoals de budgetten. Het verschilt per netwerk hoe dit georganiseerd is. Wij hebben geen ‘instapfee’. Als er budget nodig is, dan kijken we hoe we het kunnen financieren. Dat werkt tegelijkertijd onzekerheid in de hand. Als we nu het geld al uitgeven, kunnen we dat in het najaar niet meer doen. In de stuurgroep hebben we afgesproken dat we op wisselende locaties vergaderen. Dit is een waardevol element in de samenwerking. Doordat je bij een ander binnenkomt, leer je de ander beter kennen. Je leert de sfeer van de organisatie kennen.’
Wat levert de samenwerking in de dementieketen op?
5 tips van Wim voor goede samenwerking:
- Bied nieuwkomers in een netwerk een warm welkom
- Vergader op wisselende locaties bij de deelnemende organisaties
- Bezoek elkaars inloopmomenten en open dagen
- Denk niet te klein over je eigen rol en bijdrage
- Blijf kijken naar wat degene die tegenover je zit nodig heeft
‘Samenwerken komt neer op elkaar kennen. Elkaar zien en weten wie er tegenover je zit. Ik denk aan een voorbeeld dat recent ter sprake kwam in het netwerk. Op een vrijdag was er een mevrouw die in een crisis terecht kwam. Vrijwilligers schaalden op naar de wijkverpleegkundige, die schaalde vervolgens op naar de huisarts. Maar er kon helaas geen bed voor deze mevrouw worden geregeld. De coördinator van de vrijwilligers dacht: dit kan niet. Zij kende vanuit het netwerk iemand binnen de ggz. Ze belde die persoon op: en het lukt die mevrouw geplaatst te krijgen. Zo werkt dat dus. Het gaat ook om het erkennen en herkennen van de vrijwilligers. De signalen van vrijwilligers moeten serieus worden genomen door professionals. Elkaar kennen en vertrouwen. Het netwerk helpt daarbij.’
Wat zijn ingrediënten voor een goede samenwerking?
‘Het is handig om in het netwerk met een vaste groep te werken. Anders ben je voortdurend bezig met voorstelrondjes. Natuurlijk cirkelen er een aantal mensen omheen. Maar de basis van het netwerk is vertrouwen. Discussie is niet erg, maar zijn mensen gericht op samenwerking of op hun eigen gelijk? Je zit namelijk niet in een netwerk om je eigen ding te doen. De reden waarom je een netwerk vormt is dat er een ‘probleem’ ligt wat je als organisatie niet alleen kunt oplossen. We verwachten daarom actieve deelname. Dat betekent dat je de vergaderingen bezoekt, maar ook in werkgroepen participeert, bijvoorbeeld over migranten en dementie. Die inzet geschiedt met gesloten beurzen.’
Investeer in elkaar
Het meerjarenplan van Flevoland heeft als input gediend voor het meerjarenplan dementie in Amsterdam. Wim: ‘Het hielp dat ik Wendela Gort Erbrink ken, de ketencoördinator in Flevoland. We inspireren elkaar en houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen.’
‘In zo’n netwerk leer je elkaar en elkaars expertise kennen. Iedereen zegt bereid te zijn tot samenwerking, maar mensen wachten vaak tot de ander naar hen toekomt (“mijn deur staat altijd open”). Het is dan ook erg belangrijk om in elkaar te investeren. Als de huisarts een koffieochtend organiseert, ga er dan als wijkteam heen. Als je niet investeert, zeg je eigenlijk: ik ben niet geïnteresseerd in de ander. Het is geen verloren tijd om bij elkaar te komen. Misschien gebeurt er soms weinig concreets, maar we hebben elkaar wel beter leren kennen.’
Wat is het doel van de dementieketen?
‘Uiteindelijk gaat het om het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met dementie en hun mantelzorger. We zorgen ervoor dat de zorg en ondersteuning goed op elkaar afgestemd zijn. Dat mensen niet tussen wal en schip vallen. Ik zie het netwerk als oliemannetje: meestal gaat het goed, maar als het oliemannetje een dagje vrij heeft, gaat het mis. De onderlinge verbanden zijn erg belangrijk.’
Kennis delen over vroegsignalering
‘Als een organisatie een training heeft die relevant is voor de rest van het netwerk, wordt deze beschikbaar gesteld voor de netwerkpartners. Kennisdelen en uitwisselen gebeurt dus ook. Een aantal jaren geleden hebben we Almere-breed stevig geïnvesteerd op vroegsignalering. Het is handig als iedereen op hetzelfde niveau zit qua kennis. We vragen ons voortdurend af: wat merkt de patiënt of mantelzorger van onze samenwerking? Zij merken er met name wat van als het misgaat. Als het goed gaat, hoor je het niet. De mechanismen achter de samenwerking in de keten zijn best ingewikkeld. Mensen verwachten veel, zeker in dit digitale tijdperk.’
Heb je tips over samen leren en samen werken?
Wat zijn de hiaten in zorg & welzijn van Netwerk Dementie Almere? 3 aanbevelingen uit onderzoek:
- Richt ondersteuning aan de mantelzorger niet alleen op de zorg maar ook op huishoudelijke taken en welzijn.
- Stop begeleiding van de mantelzorger niet direct nadat de naaste met dementie in een verpleeghuis is opgenomen.
- Voorzie ook in de behoefte aan nachtopvang.
Bekijk de onderzoeksresultaten over dementiezorg in Almere (pdf)
‘Leer elkaar kennen en investeer in persoonlijke contacten. Niet elke vergadering hoeft even concreet of nuttig voor jou te zijn. Als de welzijnsorganisatie denkt: het gaat alleen maar over zorg, dus wij komen niet meer. Ik zou zeggen: onderschat je rol niet. Dementie omsluit het hele leven; het is veel meer dan alleen maar zorg. Dementie is ook een sociaal probleem. Omgekeerd zeg ik tegen zorgorganisaties: zorg ervoor dat welzijn niet ondergesneeuwd raakt. Laat mensen tot hun recht komen in een vergadering. Geef nieuweling in een netwerk een warm welkom.’
Verbindingen leggen
‘Als mensen vaker komen, leren ze elkaar beter kennen. Dat draagt hoe dan ook bij aan een betere samenwerking en dus aan integrale zorg voor mensen met dementie en hun naasten. Blijf kijken naar wat degene die tegenover je zit nodig heeft. Dat geldt zowel voor mensen met dementie en hun mantelzorger, maar ook voor professionals. En leg verbindingen. Bijvoorbeeld met het initiatief de GedachtenKamer van de welzijnsstichting of het Alzheimer Café. Zonder het netwerk zou je niet van elkaars activiteiten op de hoogte zijn. De huisarts gaat niet op de site van de welzijnsstichting kijken. Maar als je elkaars telefoonnummer hebt, kun je elkaar gemakkelijk bellen.’
Deel je ervaringen!
Heb je ook een leerzaam voorbeeld van samenwerking en samen leren in een lokaal of regionaal dementienetwerk? Wil je ook andere professionals hiermee inspireren? Neem dan contact op met Roos Scherpenzeel, mail naar: r.scherpenzeel@movisie.nl.