Dagbesteding dementie in tijden van corona

Dagbesteding in tijden van corona: hoe zorg je als professional in zorg en welzijn dat aan de wensen van de cliënt tegemoet kan worden gekomen, hoe houd je distantie en nabijheid in balans en hoe krijgt daginvulling concreet vorm? Over deze en andere vragen boog Dementiezorg voor Elkaar zich door een veldinventarisatie te houden en een online webinar te organiseren.

In dit artikel bespreken we de opbrengsten van de inventarisatie en webinar aan de hand van vier topics:

1. Dagbesteding is cruciaal voor mensen met dementie én voor hun naasten
2. Onderzoeksresultaten van de uitvraag onder aanbieders
3. Handreiking en tips hoe dagbesteding vorm kan krijgen in tijden van corona
4. Reflectie op het voorgaande

1. Cruciaal

Er maken in Nederland naar schatting zo’n 70.000 tot 100.000 mensen gebruik van dagbesteding. Het is belangrijk als daginvulling en vervult vele functies: zingeving, structuur, dagritme en sociale ontmoeting. Het is daarnaast een leer- of ontwikkelplek en draagt bij aan allerlei maatschappelijke behoeften. Dagbesteding is ook voor naasten belangrijk. Zo is het voor de mantelzorger een vorm van respijt; als de partner of het kind een dag(deel) weg is, biedt dit verlichting. In dat geval heeft het sluiten van de dagbesteding een groot risico, omdat de druk op de mantelzorger nog groter wordt. We weten dat bij mantelzorgers, die zorgdragen voor mensen met dementie, de druk al hoog is. Deze druk kan leiden tot extra klachten, zoals depressie. Met de toenemende druk vraagt het extra creativiteit om bijvoorbeeld het huishouden te laten draaien. Naast de oproepen om boodschappen te doen voor kwetsbare ouderen, kunnen we bijvoorbeeld ook oproepen tot ondersteuning van mantelzorgers.

In verband met de maatregelen om het coronavirus in te dammen, sloten veel dagbestedingscentra medio maart hun deuren. Een aantal dagbestedingscentra bleef geopend en sommige probeerden op andere manieren vorm te geven aan activiteiten, bijvoorbeeld door huisbezoek, beeldbellen en andere vormen van face en face¬-contact. De meeste aanbieders van dagbesteding reageerden snel op de veranderingen met veel inventieve (digitale) technieken om cliënten en mantelzorgers tips te geven over activiteiten aan de eettafel, in de keuken, buiten en binnen.

2. Resultaten onderzoek Dementiezorg voor Elkaar

Dementiezorg voor Elkaar heeft in juni 2020 een uitvraag gedaan onder aanbieders van dagbesteding om zicht te krijgen op hoe de coronacrisis inwerkte op de dagbesteding. Doel van deze inventarisatie was niet alleen om knelpunten in kaart te brengen, maar ook om handelingsperspectieven op te sporen, om die vervolgens te kunnen delen met het veld.

Over de respondenten

In totaal hebben 46 personen in de periode 28 mei 2020 tot 8 juni 2020 een vragenlijst volledig ingevuld. De respondenten waren zorgaanbieders (39,1%), welzijnsprofessionals (28,3%), zorgprofessionals (19,6%), gemeenten (2,2%) en andere relevante groepen, zoals vrijwilligers, een eigenaar van een dagbesteding, een hoofd zorg en welzijn en een gemeente uit het buitenland (10,9%). De dagbesteding werd bij de respondenten aangeboden in een ontmoetingscentrum (41,3%), intramuraal (37%), in een huiskamerproject (13%), op een zorgboerderij (6,5%) of op andere plekken, zoals bij de cliënt thuis of in een zorgatelier (30,4%).

Frequentie en groepsgrootte dagbesteding

  • Over het algemeen konden bezoekers gemiddeld minder vaak gebruik maken van de dagbesteding tijdens de uitbraak van het coronavirus. Negen respondenten (19,6%) gaven aan dat bezoekers even vaak dagbesteding ontvingen dan voor de uitbraak van het coronavirus. Daarbij werden als redenen het beschikken over een (voldoende grote) ruimte of het standaard werken met kleine groepen of één op één genoemd. 80,4% van de respondenten gaf aan dat de bezoekers bij hen nu minder vaak gebruik konden maken van de dagbesteding dan voor de uitbraak van het coronavirus. Met name de 1,5 meter maatregelen werden hierbij genoemd als reden. Door het borgen van de afstand, werden groepen vaak kleiner gemaakt en konden er dus minder mensen tegelijk aanwezig zijn. Genoemde veranderingen in frequenties zijn bijvoorbeeld: van vier dagdelen naar één dagdeel, van vier of vijf dagen naar maximaal twee dagen of van een hele dag naar een dagdeel. Een aantal respondenten gaf aan dat de dagbesteding volledig stil was gelegd.
  • De respondenten gaven aan dat de gemiddelde groepsgrootte van cliënten die op één dag gebruik maakte van de dagbesteding vóór de uitbraak van het coronavirus 12,9 personen was. Het aantal mensen dat op één dag gebruik maakte van de dagbesteding tijdens de uitbraak van het coronavirus was ongeveer gehalveerd naar gemiddeld 6,6 personen.

Wensen en behoeften van cliënten en mantelzorgers en mogelijkheden medewerkers

  • Door iets meer dan de helft van de respondenten (59%) is aangegeven dat zij het huidige aanbod van de dagbesteding niet vinden aansluiten op de behoeften van de mantelzorger. Zij geven daarbij met name aan dat mantelzorgers door het huidige aanbod nog te weinig ontlast worden vanwege het verminderde aanbod (cliënten gaan minder vaak of korter), maar ook doordat mantelzorgers nu soms zelf verantwoordelijk zijn voor het (regelen van) vervoer. Zestien respondenten (41%) geven aan dat het huidige aanbod van de dagbesteding wel aansluit op de behoeften van de mantelzorger, omdat de mantelzorger door het aanbod (deels) ontlast kan worden en tijd voor zichzelf kan maken.
  • Door meerdere respondenten is vooropgesteld dat de (zinvolle) dagbesteding van belang is voor de cliënten. Respondenten geven aan dat het voor zowel medewerkers als de cliënten lastig is om de 1.5 meter maatregel te borgen, maar er wordt ook aangegeven dat er geprobeerd wordt te denken in mogelijkheden binnen de richtlijnen. Deze manier van werken is intensief / belastend voor zowel medewerkers als mantelzorgers. Respondenten gaven aan dat mantelzorgers nog niet voldoende ontlast worden en omdat vrijwilligers of stagiaires nu minder of niet aanwezig zijn en door extra regelwerk (planning, vervoer) de medewerkers het werk als intensiever kunnen ervaren. Daarnaast is aangegeven dat medewerkers proberen te streven naar maatwerk, maar dat dit niet altijd mogelijk en/of een zoektocht is. Een respondent gaf aan meer kennis over de mogelijkheden nodig te hebben. Ook zijn de financiële gevolgen van het huidige aanbod van dagbesteding door een aantal respondenten beschreven. Zo is benoemd dat door de kleinere groepen cliënten, met soms eenzelfde aantal medewerkers, dat budgetten mogelijk niet toereikend zijn.
De coronacrisis heeft ook iets opgeleverd

‘De goede dingen die dit opgeleverd heeft moeten we zeker proberen mee te nemen. Het één op één met de cliënt thuis zijn heeft ook hele mooie dingen gebracht. Zo bleek de cliënt die op het ontmoetingsplein wat stilletjes aanwezig was thuis ineens vol verhalen te zitten. De begeleiders geven aan op deze manier een dieper contact met de cliënt opgebouwd te hebben en hierdoor ook beter te weten wat deze cliënten nodig hebben.’

3. Handreiking en tips om dagbesteding vorm te geven in tijden van corona

Algemeen

  • Het is en blijft belangrijk om aan te sluiten bij de behoefte van de mensen met dementie, hun mantelzorgers en goed te blijven communiceren. Zij staan centraal, niet de richtlijnen of protocollen.
  • Mantelzorgers die vragen hebben of overbelast raken, kunnen onder andere terecht op Mantelzorg.nl. Daarnaast werd door verschillende respondenten uit de survey aangegeven dat medewerkers van de dagbesteding soms contact opnemen met de mantelzorgers om te horen hoe het gaat. Bekijk de infograhic peiling onder mantelzorgers van mensen met dementie. Deze peiling laat de overbelasting van mantelzorgers zien vooral in de thuissituatie. Zie de link naar het volledige rapport. Praatplaat van de DementieAcademie voor mantelzorgers en een handreiking.

Tips en handreikingen

  • Het maatwerk voor en contact houden met cliënten blijft bovenaan staan. Er is veel verschenen op onder andere Dementiezorg voor Elkaar, Waardigheid en Trots en Samen dementievriendelijk. Toch blijkt dat nog lang niet iedereen te hebben bereikt en dat een webinar helpt om ter plekke de tips (en hun bronnen) te delen.
  • Movisie heeft een enquête gehouden onder aanbieders van dagbesteding in algemeenheid (dus niet specifiek met betrekking tot dementie). Op de website van Movisie is een actief dossier vastgesteld met artikelen over wat het betekent nu de dagbesteding weggevallen is, hoe alternatieven opgezet kunnen worden en hoe nu verder nu we weer open mogen. In de infographic worden 11 inspirerende tips uit de praktijk gegeven hoe alternatieve dagbesteding vormgegeven wordt.
  • Sommige zorgboerderijen werken met een zogenaamde coronabutton.
  • Op Digidagbesteding.nl zijn mooie voorbeelden van een dagprogramma en -invulling te vinden.
  • Meer inspiratie is te vinden in (activiteiten)boekjes zoals de tv-gidsen van Brabantzorg en 100 tips van Alzheimer.nl

Richtlijnen en afwegingen

  • Het is een creatieve uitdaging om rekening te houden met de richtlijnen van de overheid.
  • In afwegingskaders voor fysieke ontmoetingen wordt een kader gegeven dat helpt om zorgvuldig afwegingen te maken.
  • Informatie over vervoer is te vinden in de richtlijn vervoer dagbesteding.

1,5 meter afstand

  • De afstand van 1,5 meter voelt onnatuurlijk en lastig voor mensen met dementie. De richtlijnen vanuit het RIVM en OMT zijn vanuit de sociale behoeften van mensen met dementie lastig vorm te geven.
  • Het bewaren van 1,5 meter afstand blijkt in de praktijk lastiger dan in eerste instantie werd gedacht. Voor sommige cliënten is het moeilijk om te begrijpen waarom de afstand bewaard moet worden en hoe 1,5 meter er in de praktijk uit ziet. Het is goed om ten eerste af te wegen of een fysieke ontmoeting noodzakelijk is. De behoefte van mensen aan fysieke ontmoeting is in de afgelopen tijd behoorlijk helder geworden.
  • Het is van belang dat begeleiders en deelnemers bij fysieke ontmoeting gestimuleerd worden om gepaste afstand te bewaren. Praktijkvoorbeelden laten zien dat dit kan door het ophangen van posters, het markeren van looproutes en het markeren van plekken waar wel en niet gezeten mag worden. Omdat het voor sommige deelnemers en cliënten moeilijk is om die exacte afmeting in te schatten, kun je deelnemers een voorwerp meegeven met een lengte van 1,5 meter. In het veld wordt verder nagedacht en geëxperimenteerd met sensoren voor 1,5 meter afstand gekoppeld aan een piep-geluidje of kleuren/stoplichten. Daarbij wordt ingezet op het leervermogen van mensen met dementie om hier adequaat op te reageren. Groepsmomenten zoals pauzes met lunch en koffie kunnen op gepaste wijze door blijven gaan. Zo kan één persoon de koffie en thee klaarzetten in wegwerpbekertjes, waarna de deelnemers één voor één met gepaste afstand een bekertje kunnen pakken.

4. Reflectie

Eigen regie
Voor mensen in een kwetsbare positie, zoals mensen met dementie (en zeker hen, bij wie de dementie in een vergevorderd stadium is), is zelfregie ook in tijden van corona belangrijk. De mensen hebben er baat bij dat professionals de vraagstukken waar zij mee kampen centraal stellen en zich niet verschuilen achter regels en protocollen. Meer eigen afwegingsruimte voor professionals die dagelijks betrokken zijn bij de zorg of de ondersteuning van mensen in een kwetsbare situatie is van belang. Regels en protocollen mogen niet in de weg staan, maar moeten helpend zijn voor lastige afwegingen die professionals dagelijks maken. De maatregelen die genomen worden om het coronavirus een halt toe te roepen, hebben grote gevolgen voor ouderen, zeker voor hen die alleenstaand zijn. Ondanks de versoepelingen staat de eigen regie van ouderen nog steeds onder druk. Uit onderzoek weten we dat eigen regie samenhangt met kwaliteit van leven: zelf kunnen beslissen over hoe je je dag indeelt en hoe de benodigde aandacht, zorg en ondersteuning daarbij past. Interessant in dat kader is bijvoorbeeld het idee dat tijdens de webinar naar voren kwam over het ontwikkelen een disclaimer voor ouderen met dementie in relatie tot het afwegen van risico’s en het maken van keuzes hierin.

Inventiviteit van het veld
In sommige gevallen is fysiek contact in de ondersteuning onvermijdelijk (zie ook de quote onderaan). Zoals in lijn is met de maatregelen van het RIVM blijven zieke cliënten en begeleiders thuis. Vertoont een cliënt of begeleider geen symptomen, dan is contact mogelijk mits iedereen zich aan de hygiëne-maatregelen houdt. Dat betekent dat een mondkapje, handschoenen en regelmatig desinfecteren noodzakelijk zijn. Deze tijd laat ons zien dat er meer mogelijk is dan in eerste instantie werd gedacht. Dat blijkt ook uit de tal van alternatieven die in korte tijd zijn bedacht voor dagactiviteiten. Digitaal communiceren nam een vogelvlucht en het gebruik van apps en andere digitale leervolgsystemen wordt steeds meer benut.

Morele dilemma’s
Professionals in de dementiezorg en -ondersteuning krijgen met nieuwe regels en protocollen te maken. Zij doen hun uiterste best om die in te passen in hun dagelijks werk. Maar precies daar loopt het soms spaak. Want waar de medische wereld behoefte heeft aan protocollen en richtlijnen en de economie behoefte heeft aan duidelijkheid en voorspelbaarheid, is de leefwereld van mensen gebaat bij nabijheid, compassie en maatwerk. Juist die aspecten komen door de medische- en economische dominantie van de maatregelen onder druk te staan.

Professionals geven aan soms maatwerk vorm te geven, waarbij het de vraag is of dat nog in lijn is met de richtlijn, maar waarbij wel het welzijn en kwaliteit van leven van de cliënt (en diens mantelzorger) gediend zijn. De uitdaging is om binnen de regels te blijven, maar de grenzen van haalbaar en mogelijk op te zoeken. In sommige gevallen betekent dat echter ook dat professionals hun eigen gezondheid riskeren c.q. de kans op besmetting aanvaarden om tóch iets te kunnen betekenen in de daginvulling van iemand met dementie. Daarmee kunnen zij indirect echter ook weer de gezondheid riskeren van andere mensen met dementie. Omdat zorg verlenen en zorg ontvangen gepaard gaat met verbondenheid, is het belangrijk om stil te staan bij deze morele dilemma’s in de praktijk. En om van deze veelal persoonlijke dilemma’s, organisatie- of maatschappelijke dilemma’s te maken om oplossingen voor te vinden. Als bestuur en management kun je hierbij ondersteunen door deze morele dilemma’s transparant te maken, er actief over mee te denken, medewerkers en cliënten en hun mantelzorgers te steunen bij keuzes en daar waar nodig extra randvoorwaarden te ontwikkelen of breder bespreekbaar maken om keuzes mogelijk te maken. Aandacht voor de gevoelens en ervaringen van alle betrokkenen leidt tot betere zorg en een hoger welbevinden van zorgontvangers, mantelzorgers en beroepskrachten in deze corona-tijd.

1,5 meter?

‘De 1,5 meter is bij veel activiteiten en in veel situaties niet vol te houden. Werken met mondkapjes is niet prettig voor het goede contact met mensen met gevorderde dementie. Zij begrijpen het niet.’